Wetenschappers hebben de fossiele skeletten gevonden van een hobbit-achtige mensensoort die niet veel groter werd dan een modern kind van 3 jaar oud. De minuscule mensen, die een schedel hadden ter grootte van een grapefruit, leefde te midden van pygmee olifanten Komodovaranen op een afgelegen eiland in de Indonesische archipel tot zo’n 13.000 jaar geleden.
Australische en Indonesische onderzoekers vonden de fossielen
van deze miniatuur mensen in een grot op Flores, een eiland dat
halverwege Azië en Australië ligt.
Wetenschappers hebben vastgesteld dat het eerste skelet dat zij
vonden behoord aan een tot nu toe voor de wetenschap onbekende
soort. Zij noemen de nieuwe soort Homo floresiensis, naar het
eiland waar ze gevonden werden, de kleinen mensen werden door de
medewerkers ook wel liefkozend hobbits genoemd, naar de kleine
mensen in de populaire Lord of the Rings boeken.
Het originele skelet, van een vrouw, was slechts 1 meter groot,
woog 25 kilogram en was ongeveer 30 toen ze stierf, zo’n 18.000
jaar geleden. Het skelet werd gevonden in dezelfde afzettingen
op Flores waarin eerder ook stenen werktuigen en de beenderen
van pygmee olifanten, reuzenknaagdieren en Komodovaranen werden
gevonden. Homo floresiensis is al een van de meest spectaculaire
vondsten van de laatste 50 jaar genoemd, en tevens de meest
extreme mens ooit gevonden.
De soort leefde op Flores tot zeker 13.000 jaar geleden, wat
betekent dat zij lange tijd tegelijk met moderne mensen in de
regio leefden, aldus de wetenschappers.
“Om te ontdekken dat er nog zeer recentelijk, mogelijk zelfs
13.000 jaar geleden, een rechtopstaand, tweebenig wezen op aarde
rondliep – al ware het eentje met kleine hersenen – terwijl
tegelijkertijd ook moderne mensen aanwezig waren, is zowel
opwindend als verassend,” zei Peter Brown, een paleoantropoloog
aan de universiteit van New England in New South Wales,
Australië.
Brown is mede auteur van het onderzoeksrapport dat de vondsten
beschrijft, welke in het blad Nature van 28 oktober zal
verschijnen. Het Committee for Research and Exploration van de
National Geographic Society sponsorde het team dat de vondst
deed. De vondst zal uitgebreid worden besproken in een
documentaire die begin volgend jaar op de National Geographic
Channel zal worden uitgezonden.
“Het is volledig onverwacht,” aldus Chris Stringer, de
directeur van het Human Origins project van het Londense Natural
History Museum. “Om zulke vroege mensen op een afgelegen eiland
als Flores te hebben is al verassend genoeg. Dat sommige slechts
een meter groot waren met de hersengrootte van een chimpansee is
nog veel opmerkelijker. Dat zij zo’n 20.000 jaar geleden nog
steeds in leven waren en dat moderne mensen ze ontmoet moeten
hebben, is gewoonweg ongelofelijk.”
De onderzoekers schatten dat de kleine mensen op Flores
leefden van ongeveer 95.000 tot zeker 13.000 jaar geleden. De
wetenschappers baseren hun theorie op geblakerde beenderen en
stenen werktuigen die op het eiland gevonden werden. De
lemmeten, perforatoren, spitsen en andere snij- en hakwerktuigen
werden waarschijnlijk gebruikt voor de jacht op groot wild.
In een bijgevoegd commentaar in het blad Nature, geven Marta
Mirazon Lahr en Robert Foley, beiden van het Leverhulme Centre
for Human Evolutionary Studies van de Cambridge universiteit in
Engeland, aan dat Homo floresiensis ons beeld van laatmenselijke
evolutie, geografie, biologie en cultuur volledig verandert.
De ontdekking toont ons dat het geslacht Homo veel
gevarieerder en flexibeler is in zijn aanpassingsvermogen dan
eerder werd gedacht. (Het geslacht Homo bevat onder andere de
moderne mens, Homo erectus en de Neanderthalers – welke allemaal
gekenmerkt worden door relatief grote hersenen, een
rechtopstaande bouw en het vermogen om werktuigen te maken.)
“Homo floresiensis is toegevoegd aan het lijstje van
menselijke soorten die tegelijk met de moderne mens leefden. Ik
denk dat veel mensen verbaasd zullen zijn dat nog niet zo lang
geleden wij niet alleen waren,” aldus Brown.
verloren wereld van kleine mensen - Ondanks hun kleine gestalte, kleinere hersenen en een mengsel van primitieve en ontwikkelde kenmerken, valt de nieuwe soort toch binnen het geslacht Homo. De onderzoekers vermoeden dat de hobbit en haar soortgenoten zijn geëvolueerd vanuit een Homo erectus populatie bestaande uit individuen van normale grootte die van eiland naar eiland reisde en zo’n 840.000 jaar geleden op Flores arriveerden.
“Fysiek gezien hadden ze de lengte van een drie jaar oud
(modern) kind, maar met slechts een derde van de herseninhoud,”
zei Richard Robert, een geochronoloog aan de universiteit van
Wollongong in Australië en een van de mede auteurs van het
onderzoeksrapport. “Hun armen waren relatief gezien iets langer
dan die van ons. Duidelijker zichtbaar zouden de dikke
wenkbrauwbogen, het platte voorhoofd en het gebrek aan een kin
zijn.”
“Hoewel ze er niet uitzien als moderne mensen, was hun gedrag op
sommige punt verassend menselijk,” volgens Brown.
De Flores mensen gebruikten vuur in haarden om te koken en
jaagden op stegadon, een primitieve dwergolifant die op het
eiland leefde. Hoewel relatief klein, woog een stegadon ongeveer
1000 kilo, en was dus een serieuze uitdaging voor een jager ter
grootte van een kind van drie. Het jagen moet, volgens de
onderzoekers, goede communicatie en planning hebben geëist.
Bijna alle stegadon fossielen die geassocieerd worden met
menselijke voorwerpen zijn van jonge onvolwassen dieren, wat
betekent dat de kleine mensen selectief waren in de keuze van
hun stegadon prooi. Het dieet van de Flores mensen bestond
tevens uit vissen, kikkers, slangen, schildpadden, vogels en
knaagdieren.
“De hobbit was zeker niet gek,” volgens Roberts. “Ze overleefden
zeker 30.000 jaar naast ons [Homo sapiens], en wij staan niet
bepaald bekend als de vriendelijke eco-kameraden. Daarbij waren
de hobbits tot ongelofelijke dingen in staat – Ze maakten
geavanceerde stenen werktuigen, ze jaagden op pygmee olifanten
en staken ten minste twee waterpartijen over om Flores te
bereiken vanaf het Aziatische vasteland – met hersenen die drie
keer zo klein zijn als die van ons.”
“Gegeven het feit dat Homo floresiensis de kleinste menssoort is
die ooit werd gevonden, verslaan ze elke mens met gemak op
intellectueel gebied, als je het per kilo bekijkt.”
Zowel de kleine mensen als de pygmeeolifanten lijken op het
zelfde moment te zijn uitgestorven, vlak na een grote
vulkaanuitbarsting.
Contact tussen menselijke stammen -
Er is geen bewijs dat moderne mensen Flores bereikten voor
11.000 jaar geleden, het is dus niet bekend of de hobbits en
moderne mensen ooit in contact zijn gekomen. De onderzoekers
vonden de overblijfselen van hobbits en stegadons alleen beneden
een 12.000 jaar oude vulkanische aslaag. De overblijfselen van
moderne mensen werden alleen boven die laag gevonden.
Toch bleven geruchten, mythes en legenden over kleine wezens
op het eiland eeuwen lang rondgaan. Volgens de onderzoekers is
het daarom zeker mogelijk dat zij contact hebben gehad met
moderne mensen.
“Als je kijk naar de regio, dan kun je met zekerheid zeggen
dat moderne mensen vanaf 40.000 jaar gelden in Australië waren
en op het eiland Borneo vanaf 43.000 jaar geleden,” aldus
Roberts. “Er is dus een tijdsoverlapping vanaf 40.000 jaar
geleden tot zeker 18.000 jaar gelden – al met al dus minimaal
20.000 jaar. Hoe was de interactie tussen deze twee groepen?
Daar hebben we geen enkel idee van. We hebben meer vindplaatsen
en hard bewijs nodig, en dat is daarom de volgende stap in ons
onderzoek.”
Gekrompen op het eiland -
Onderzoekers willen ook graag uitvinden hoe en waarom de hobbits
zo klein werden. Toe de wetenschappers de hobbitfossielen
vonden, dachten ze dat het om het skelet van een kind ging. Er
was nog nooit een volwassen mens gevonden die zo klein was.
Moderne pygmeeën zijn veel langer, hun lengte varieert van 1
meter 40 tot 1 meter 50.
“H. floresiensis vormt een intrigerend probleem voor de
evolutionaire biologie,” volgens Brown. De meest voor de hand
liggende verklaring is dat over een tijdsspanne van duizenden
jaren, de wezens steeds kleiner werden omdat de in ecologische
omstandigheden op het eiland het voordelig was om kleiner te
zijn. Het “krimpen” van zoogdieren op een eiland is een bekend
proces dat over de hele wereld wordt waargenomen. Eilanden
hebben vaak een beperkte hoeveelheid voedsel, weinig roofdieren
en weinig dieren die elkaar beconcurreren voor dezelfde
ecologische niche. Om te overleven dien je de dagelijkse
energieconsumptie tot een minimum te beperken.
Er is echter geen hard bewijs voor de stelling dat dit ook
met de kleine mensen is gebeurd. “Terwijl we de stenen
werktuigen kunnen terugdateren tot zeker 840.000 jaar geleden,
zijn er nog nooit fossielen gevonden van voorouders van een
normaal postuur” op het eiland Flores, zei Brown. “Er is een
mogelijkheid dat [Homo floresiensis] arriveerde op het eiland
met een klein lichaam.”
“Ik zou dit niet hebben kunnen voorspellen,” aldus Stringer van het Londense Natural History Museum. “Deze vondst toont ons dat we nog heel veel kunnen leren over menselijke evolutie, vooral de evolutie in zuidoost Azië.”
Dit artikel is gebaseerd op een artikel van: